Nieuws

Grote verschillen in tussenkalftijd buiten Europa

Gepubliceerd op
27 mei 2019

In 2017 lag de tussenkalftijd in Nederland op een gemiddeld melkveebedrijf op 410 dagen. In de rest van Europa is dat een paar dagen korter. Buiten Europa zijn de verschillen groter. Dit blijkt uit een vergelijking die gemaakt is tussen de Nederlandse melkveehouderij en aantal andere exporterende zuivellanden. Deze keer ligt de focus op de tussenkalftijd.

.

In 2017 was de tussenkalftijd op een herkenbaar Nederlands melkveebedrijf ongeveer 410 dagen. Dat blijkt ook uit jaarstatistieken over 2017 van CRV. Figuur 1 laat zien dat de meeste melkveebedrijven in belangrijke Europese zuivellanden een tussenkalftijd hebben van iets meer dan 400 dagen. De koeien op het typische Deense melkveebedrijf vormen hierop een uitzondering. Tussen twee afkalvingen zit op dit bedrijf gemiddeld ongeveer 380 dagen.

Grote variarie in tussenkalftijd buiten Europa

De tussenkalftijd in Argentinië is met 470 dagen het langst. In vergelijking met Nederland zitten er 2 maanden meer tussen twee afkalvingen. Ook het typische melkveebedrijf uit Californië (Verenigde Staten) heeft met ruim 430 dagen een wat langere tussenkalftijd dan de melkveebedrijven in belangrijke Europese zuivellanden.

Met een tussenkalftijd van 365 dagen kalven de koeien op bedrijven in Australië en Nieuw-Zeeland precies 1 keer per jaar af. Daarmee hebben ze de kortste tussenkalftijd van de belangrijke zuivellanden.

Figuur 1: Tussenkalftijd melkkoeien in belangrijke zuivellanden  | Bron: IFCN 2018, (gegevens 2017)
Figuur 1: Tussenkalftijd melkkoeien in belangrijke zuivellanden | Bron: IFCN 2018, (gegevens 2017)