Nieuws

Netjes bemesten kan emissies direct én indirect verlagen

Gepubliceerd op
18 juli 2024

Tijdens de vier demonstratiebijeenkomsten ‘Innovaties in graslandbemesting’ eerder dit voorjaar ging alle aandacht uit naar het reduceren van ammoniakemissie, optimale benutting van drijfmest en de ruwvoerkwaliteit. Op (onder andere) de bedrijven van Netwerk-deelnemers Leo Coppens en Sytze Zwaagstra, demonstreerden verschillende loon- en mechanisatiebedrijven hun laatste innovatieve bemestingstechnieken. Innovatieve manieren van mest uitrijden hebben direct effect op de ammoniakemissie tijdens mest uitrijden. Binnen de Netwerk-aanpak is zorgvuldige bemesting onderdeel van het toewerken naar een optimale kuil, met zowel minder ammoniak- als methaanemissies (Kuil van de Toekomst). De gehouden bijeenkomsten waren een samenwerking van Netwerk Praktijkbedrijven met Bemest op z’n Best, Koeien & Kansen en Vruchtbare Kringloop Oost.

De eerste bijeenkomst vond plaats op het melkveebedrijf van Leo Coppens (demonstratiebedrijf van het Netwerk) in Riethoven, Noord-Brabant. Ruim 50 bezoekers kwamen kijken hoe je met huidige én innovatieve bemestingstechnieken de ammoniakemissie tijdens bemesting naar beneden krijgt.

Ook de maatschap van Sytze Zwaagstra (onderzoeksbedrijf van het Netwerk) in het Friese Nij Beets diende als gastbedrijf en sloot de rij van bijeenkomsten af. Zo’n honderd bezoekers zagen bij droog en redelijk zonnig weer een serie innovatieve en emissiearme bemestingstechnieken voor hun ogen gedemonstreerd worden. De andere twee bijeenkomsten vonden plaats op het melkveebedrijf van Vruchtbare Kringloop Oost-deelnemer Michel van Uum in Voorst, Gelderland en bij Koeien & Kansen bedrijf Geert Stevens in Holten, Overijssel.

De organisatie van de bijeenkomsten bij Leo Coppens en Sytze Zwaagstra waren in handen van Netwerk Praktijkbedrijven en Bemest op z’n Best. Het laatstgenoemde project heeft als doelstelling om een ammoniakemissiereductie van 50 procent tijdens het bemesten te behalen. Dit sluit goed aan bij de doelstellingen van Netwerk Praktijkbedrijven, geeft bedrijfsbegeleider Delian Kool (van het Netwerk) aan. “Zorgvuldige bemesting is immers een tool voor het verkrijgen van een optimaal samengesteld rantsoen. Want we bemesten om een goed gewas te kunnen telen en vervolgens een geschikte kuil te kunnen maken.”

Kuil van de Toekomst

Tijdens de introductie op de velddemo’s legde Delian uit wat het belang van netjes en optimaal bemesten is binnen de Netwerk-aanpak. “Netwerk Praktijkbedrijven heeft een routeplan ontwikkeld om stapsgewijs ammoniak- en methaanemissies te verlagen. Daarin zijn we nu bij de stappen drie en vier van het onderdeel rantsoen- en diermanagement aangekomen: het verlagen van emissiefactoren vanuit het voer, op zowel ammoniak als methaan. Om dit te realiseren hebben we het concept ‘Kuil van de Toekomst’ bedacht. Daarbij bedenk je als melkveehouder vooraf en planmatig welke kuilvoersamenstelling je wilt bereiken en hoe je daarvoor moet bemesten.”

Hiermee wil het Netwerk het denkpatroon van ‘eerst bemesten en later inkuilen’ doorbreken. Delian: “Van tevoren stel je vast hoeveel eiwit je wilt hebben en hoe structuurrijk het gras moet zijn dat je inkuilt, met het oog op de NDF. Hoe lager de OEB en NDF, hoe minder stikstofverliezen en methaanuitstoot.” Om naar de gewenste uitkomst toe te werken, is bemesting dus een belangrijke tool om mee te sturen. “Denk dus aan het moment en hoeveelheid van bemesting naast de zorgvuldigheid waarmee je bemest”, geeft Delian aan.

In beeld

Bemestingstechnieken

Hoe groot de impact van bemesting is in de totale ammoniakemissie door de melkveehouderijsector gaf Zwier van de Vegte (Bemest op z’n Best) aan. Uit cijfers van het RIVM blijkt dat de ammoniakuitstoot sinds 1990 inmiddels met twee derde is verlaagd. Dat is grotendeels bij mesttoediening gerealiseerd, met de overgang van bovengronds mest uitrijden naar injecteren, volgens Zwier. Verdere verfijning van bemesting om de ammoniakuitstoot bij bemesting nog eens 50 procent te halveren was de drijfveer bij de serie technische velddemonstraties die op het programma stonden. “Heel belangrijk voor het resultaat is naast de innovatie zelf ook de zorgvuldige en nette uitvoering. Dat vraagt om goede afstemming tussen de melkveehouder en het loonbedrijf.”
De demonstraties werden direct toegelicht door Sjon de Leeuw van Bemest op z’n Best. Naast elke goed uitgevoerde bemesting werd ook een strook met niet-juiste machineafstelling bemest, om het verschil te tonen. De volgende drie demonstraties werden getoond op het bedrijf van Sytze Zwaagstra.

Een andere demonstratie, uitgevoerd door mechanisatiebedrijf Pelgreen, betreft het goed diep injecteren van de mest, op een diepte van 10-15 centimeter. Waarbij de sleufjes aan de bovenzijde worden dichtgedrukt met een wiel, wat moet zorgen voor minimale ammoniakemissie. Bij deze techniek is het ook een optie om een extra grote hoeveelheid (45 kuub per ha) in 1 keer te bemesten, waarbij vervolgens de mineralen langzaam afgegeven worden. Een bemesting die het hele seizoen uitwerkt dus.

Diverse demo’s draaiden om het toepassen van nieuwe technieken rondom een zoden-injecteur, waarbij veel aandacht uitgaat naar minimale beschadiging van de zode, voorkomen van openstaande sleufranden en optimale benutting van de meststoffen.

Een heel andere innovatieve aanpak is de methode van plasmabehandeling van N2 Applied en melkmachinefabrikant GEA. Hierbij wordt rundveemest verrijkt met stikstof via een plasmabehandeling. Tegelijk wordt de pH-waarde door toevoeging van nitraten verlaagd om de ammoniakvorming te beperken. Door de plasmabehandeling ontstaat een efficiënte meststof met direct voor de plant beschikbare stikstof, zodat er minder mest nodig is. Door de aanzurende werking wordt de ammoniakuitstoot sterk verminderd (met 95%) en ruikt de mest vrijwel niet meer.

Alle getoonde technieken zijn momenteel ook in onderzoek bij Nederlandse onderzoeksinstellingen, om verder getest en ontwikkeld te worden.

‘Bijdrage aan goede grasgroei’

Bedrijfsbegeleider Delian van het Netwerk constateert dat de getoonde innovaties in graslandbemesting op meerdere manieren bij kunnen dragen aan de reductiedoelstellingen van Netwerk Praktijkbedrijven.

“We zagen bij meerdere demonstraties hoe de mest zorgvuldig en diep in de bodem werd aangebracht en de zode vervolgens weer goed dicht werd achtergelaten. Dat zorgt ten eerste voor minder ammoniakemissie op het moment van bemesten zelf. De stikstofopname en benutting is daarbij optimaal dankzij het netjes in de zode wegwerken van de mest. Dit draagt ook bij aan goede grasgroei. Ten derde levert gras dat schoon groeit zonder vermenging van mest en grond na het maaien een schone en smakelijke ruwvoerkuil op. Driemaal winst.”

Tips van Zwier voor optimale mesttoediening:

● Ken de samenstelling van je mest.
● Begin op tijd, mits de grond geschikt is.
● Breng de mest netjes in de grond. Let op de goede werking van het in- en onderwerken van de mest en maak gladde, scherp gesneden sleufranden.
● Voorkom overlap van bemesting, zoals op de kopakkers.
● Dek de sleufjes goed af.
● Stem het netjes werken vooraf goed af met de chauffeur van het loonbedrijf.
● Verdun de drijfmest met water bij het aanwenden. Bij sleepvoetmachines is dit verplicht. Bij zodenbemesters leidt het niet tot meetbare ammoniakreductie maar het kan helpen de mest sneller de bodem in te laten trekken en de werking te versnellen.
● Kies het juiste moment qua bodemgesteldheid en weersomstandigheden. Temperatuur, luchtvochtigheid en windsnelheid hebben effect op de emissies. Hoe harder het waait, hoe meer emissie. Daarbij moet je wel het land op kunnen. Door ammoniakemissie tijdens het uitrijden te beperken is er meer stikstof beschikbaar voor het gewas.