Nieuws

Optimale melkproductie met maximale inzet eigen ruwvoer

Gepubliceerd op
13 november 2017

De ruwvoervoorraden zijn groot dit jaar. Het ruwvoer ligt bij wijze van spreken tot in het voorhuis. Op veel melkveebedrijven is komende winter de centrale vraag: hoe maak ik binnen de fosfaatrechten zo lonend mogelijk melk uit eigen ruwvoer.

Per 1 januari gaan we van het GVE-stelsel naar het fosfaatrechtenstelsel. Wanneer er sprake is van meer dan voldoende ruwvoer is de vraag welke aanpak het beste is: hoog krachtvoerniveau per koe met een hoge melkproductie of een (veel) lager krachtvoerniveau met een iets lagere productie. Met andere woorden waar ligt het optimale krachtvoerverbruik per 100 kilogram melk. Voorwaarde is dat het ruwvoer van onbesproken kwaliteit is, aangevuld wordt met een beperkte hoeveelheid passend krachtvoer waarbij het rantsoen correct wordt verstrekt en opgenomen. Zowel uw portemonnee als de resultaten van de KringloopWijzer hebben hier baat bij.

Hier volgen enkele tips voor maximale ruwvoeropname:

  • Besteed bovengemiddeld aandacht aan broeibestrijding.
  • Laat droge koeien veel vreten maar beperk de energieopname: gedorst hooi, stro, natuurhooi. Dit resulteert in een optimale penscapaciteit wat de ruwvoeropname na afkalven verbetert.
  • De pens is ‘de motor’ van de koe. Zorg dat deze goed werkt:

    • Voldoende voeraanbod en voldoende vreetplaatsen, wat resulteert in veel maaltijden per dier per dag.
    • Smakelijk voer met voldoende vezels die herkauwen bevordert. Dit verhoogt de vertering en stabiliseert de pens pH door de productie van speeksel.
    • Combineer veel ruwvoer met een beperkte hoeveelheid snel krachtvoer.
  • Bereken voor elke groep het rantsoen, dus ook voor droge koeien, pinken en kalveren.
  • Probeer iedere koe de juiste hoeveelheid energie, eiwit, mineralen, sporenelementen en vitamines te geven. Niet meer en niet minder dan nodig is voor haar individuele productie.
  • Juiste instelling van de krachtvoercomputer voor een juiste verdeling van kleine porties over de dag.
  • Grasrijke rantsoenen bevatten vaak te veel eiwit. Vervang eiwit op pensniveau door energie door bijvoorbeeld te kiezen voor minder soja/raap, meer tarwemeel. Streef naar een tankureum getal tussen 15 en 20.
  • Percentage ruweiwit in het rantsoen kan lager dan 16% bij een hoge productie per koe en lager dan 15% bij gemiddelde melkproductie.
  • Bespaar vooral op krachtvoer in de tweede helft van de lactatie.
  • Zorg voor makkelijk opneembaar, schoon drinkwater, dit is essentieel voor een goede stofwisseling.
  • Bereken wekelijks de voerefficiëntie. Stel een reëel doel van 1,2 tot 1,6 en stuur daarop. Bij veel ruwvoer mag de voerefficiëntie lager zijn.
  • Een koe praat niet maar zegt veel: kijk naar pensvulling, herkauwactiviteit, mestkleur en dikte, conditiescore, helderheid van het haar, locomotion enz.